Herstel gaat in fases – ieder mens is anders
Iedereen herstelt in zijn eigen tempo. Waar de één zich na een paar dagen alweer redelijk fit voelt, heeft een ander weken of zelfs maanden nodig. Daarom is het belangrijk om, samen met je fysiotherapeut en eventueel je arts of werkgever, een persoonlijk plan te maken voor je terugkeer naar werk.
Toch merken we in de praktijk dat herstel soms vastloopt. Hoe komt dat?
Vaak zien we twee typen reacties op een hersenschudding:
1. De ‘doorzetter’ (endurance coper): deze persoon wil koste wat het kost doorgaan. Bijvoorbeeld uit plichtsbesef, eigen verantwoordelijkheid of werkdruk – denk aan ondernemers of mensen in zorg/onderwijs. Ze negeren signalen van hun lichaam en gaan steeds over hun grenzen heen.
2. De ‘vermijder’ (avoidance coper): deze persoon is juist bang om iets fout te doen en doet daarom te weinig. Ze vermijden prikkels of activiteiten uit angst voor terugval, waardoor herstel vertraagt.
Beide strategieën kunnen herstel belemmeren. De één raakt overbelast, de ander blijft juist te lang onderbelast.
Daarom is het uitgangspunt bij werkhervatting: opbouwen binnen je grenzen. Dat betekent leren luisteren naar je lichaam, en dat geldt voor beide typen:
– Voor de ‘doorzetter’: leer pauzeren voordat klachten te hevig worden;
– Voor de ‘vermijder’: durf rustig op te bouwen, ook als dat spannend voelt of als de klachten licht toenemen.
Een hulpmiddel hierbij is de zogenoemde symptoomdrempel: een concrete manier om te bepalen wanneer je activiteit verantwoord is en wanneer het beter is om even pas op de plaats te maken.
Wat is de symptoomdrempel?
De symptoomdrempel helpt je om activiteiten verantwoord op te bouwen zonder je klachten te verergeren. Het is een praktisch hulpmiddel om beter naar je lichaam te leren luisteren en met meer vertrouwen actief te blijven.
Zo gebruik je de symptoomdrempel:
– Een activiteit mag je klachten niet meer dan 2 punten verhogen op een schaal van 0 tot 10;
– De verergering van klachten mag niet langer dan een uur aanhouden;
– Bij toenemende klachten: luister goed naar je lichaam. Pauzeer of pas de activiteit aan als dat nodig is. Blijven de klachten binnen de drempel? Dan kun je voorzichtig doorgaan.
Deze drempel is geen waarschuwingsteken, maar een steun in de rug. Hij biedt structuur voor zowel de doorzetter als de vermijder: door je activiteiten regelmatig te toetsen aan deze drempel, voorkom je terugval en bouw je stap voor stap verantwoord op richting herstel of werk.
Terugkeren naar werk in vier fases
Fase 1: Dagelijkse activiteiten (eerste 1–2 dagen)
Direct na de hersenschudding (de eerste 24 uur) is het prima om rustig aan te doen. Maar let op: in de 24 tot 48 uur daarna is absolute rust niet meer nodig of effectief – sterker nog, het kan zelfs nadelige effecten hebben op je herstel.
Je hoeft dus niet in bed te liggen in een donkere kamer of de hele dag een zonnebril te dragen.
Wat kun je wél doen?
– Blijf in beweging: korte stukjes wandelen, lichte huishoudelijke taken;
– Beperk schermgebruik in de eerste 48 uur;
– Blijf je nek en schouders licht bewegen.
Let op je symptoomdrempel:
– Activiteiten mogen je klachten niet meer dan 2 punten verhogen (schaal 0–10);
– Verergering mag niet langer dan een uur aanhouden;
– Bij klachten: stop, neem rust en probeer het later opnieuw.
Fase 2: Lichte mentale activiteiten (vanaf dag 3)
Als je dagelijkse activiteiten goed gaan, kun je starten met lichte cognitieve belasting. Denk aan:
– Korte stukjes lezen of tv kijken;
– E-mail checken of telefoontjes aannemen.
Begin met 15 minuten en bouw dit stapsgewijs op naar 45 minuten achter elkaar. Let ook hier weer goed op je symptoomdrempel.
Fase 3: Geleidelijke werkhervatting
Als lichte mentale belasting goed gaat, kun je voorzichtig starten met werken. Maar doe dit altijd met aanpassingen:
– Start met 2–4 uur per dag, maximaal een halve werkdag;
– Werk 2–3 dagen per week, met rustdagen ertussen;
– Zorg voor rustmomenten en een prikkelarme omgeving;
– Geen deadlines, stress, of fysieke belasting;
– Maak samen met je fysiotherapeut of bedrijfsarts een plan voor deze opbouwfase.
Fase 4: Terug naar volledige werkbelasting
Als halve dagen goed gaan, kun je uitbreiden naar volledige werkdagen. Ook in deze fase is het belangrijk om de inhoudelijke werkbelasting langzaam op te bouwen:
– Begin zonder verantwoordelijkheden of deadlines;
– Voeg pas taken toe als je stabiel klachtenvrij bent;
– Monitor goed of stress of druk je klachten uitlokken.
Samen kom je verder
Bij de terugkeer naar werk is het belangrijk om je werkgever of leidinggevende te betrekken. Zij kunnen bijvoorbeeld je rooster aanpassen, zorgen voor een rustige werkplek of tijdelijk je takenpakket verlichten.
Je fysiotherapeut kan hierbij helpen en, indien nodig, afstemmen met andere zorgverleners zoals de huisarts of bedrijfsarts.
Tot slot
Een hersenschudding is onzichtbaar, maar de gevolgen zijn vaak voelbaar. Werkhervatting is een belangrijke stap in je herstel, maar dat moet op een tempo dat bij jou past. Door je grenzen te respecteren en je herstel serieus te nemen, vergroot je de kans op duurzaam herstel.